vrijdag 29 april 2016

Terug vuurwerk op de Keerbergse Molenfeesten: iedereen in hoerastemming, toch?

Bij de afschaffing in 2014 betreurde ik de beslissing al in een blog (28/06/2014).
Nu komt men er dus op terug. Gevolg? Hoerageroep en handjesgeklap voor de eigen rangen op de N-VA/CD&V-banken en het nodige gestoef van dien op de sociale media. Uiteraard vergeten we daarbij alweder al te graag een aantal feitjes, toch? Ik zet ze voor u toch graag eventjes op een rijtje.


Ik ben altijd voorstander geweest van vuurwerk en heb dat ook altijd bepleit tijdens de colleges.

Waarom? Ten eerste betekent het niet meteen de grootste kost van dit Molenfeestweekend (KP vuurwerk toen=1.331 euro ; nu=voor 10min. hetzelfde bedrag bij T&T Fireworks) tegenover 23.901 (programmatie) + 4.700 (overige kosten) + 17.096 euro andere aanbestedingen).

Ten tweede: aan jezelf ken je de halve wereld. Ik bleef met mijn gezin, kids inclusief en tot hun groot jolijt, tot na het vuurwerk. En zovelen anderen met ons. Dat scheelt meer dan slok op de borrelinkomsten voor de verenigingen. Want, wat blijkt: Het publiek was zonder vuurwerk al om 22u de pist in. Naar de Jan Primusfeesten wellicht, want die sluiten traditiegetrouw wel af met vuurwerk.

Mijn pleidooi, hoe vurig ook, viel keer op keer in dovemansoren, want klonk het telkens gedecideerd: "We gaan geen geld van de Keerbergenaar de lucht inschieten." 
Besluit: Nu is er dus geld te over om dat wél te doen! Iedereen dus nu in hoerastemming, toch?

Omdat spaarzaam beleid ook ten tijden van overvloed 'een must' is me dunkt, maak ik toch graag even volgende besparende noot die ik gisteren ook op het college uitsprak. Uiteraard zonder veel erg:

Had het college de offerte voor klank&geluid, die gisteren op tafel lag, aan de goedkoopste firma gegund (6.715 euro tgo. 7.426 euro), nota bene een Keerbergs ondernemer(!), dan had met het uitgespaarde geld al een groot stuk van het vuurwerk al betaald geweest!

Maar neen, spaarzaam besturen hoeft dus niet langer. En er is meer!

Men haalt zelfs alle middelen uit de kast om deze Keerbergse ondernemer professioneel daartoe met de grond gelijk te maken. Teneinde hem de opdracht tóch maar niet te moeten gunnen. Inderdaad, onze Keerbergse ondernemers zijn voor dit bestuur al eens vaker niet meteen sant in eigen land. 
Lees nu even goed: 
Men laat zijn offerte en meteen óók de professionele prestaties van de man met de grond gelijk maken in een motivatie die geschreven werd door... een ex-werknemer (sinds 4 maand) van de firma die de opdracht en de centen wél krijgt.... En dan durft te schepen nog te beweren dat de offerte door een onafhankelijke deskundige werd beoordeeld!

Van zulke démarges bedient men zich om een Keerbergse ondernemer mét geloofsbrieven in de branche buiten spel te zetten!!! Ongehoord! Onfatsoenlijk ook!

Maar tja, tja maar.... De wegen van de Keerbergse politiek, hé.














dinsdag 19 april 2016

Restauratie Heimolen op til: waarom kan dit bestuur geen constructieve voorstellen van derden aanvaarden?

'Blij' is een eufemisme om mijn gemoedstoestand omtrent dit nieuws te beschrijven! Minder geamuseerd ben ik over het gejongleer met leugens vanwege 'ons' Keerbergs bestuur. "Onder meer(!!) de voormalige Molenaar, Luk Kegeleers, opperde het vorig jaar al: de Heimolen verkeert in erbarmelijke staat", klinkt het in HLN-HLN-artikel: "Heimolen moet weer draaien" (19/04/2016)Neen, niet alleen vorig jaar, maar de voorbije twee jaar, trok hij aan de alarmbel. En hij niet alleen. Ook ik, als schepen, heb meermaals aan de rottende wieken getrokken. Telkens tevergeefs. De Molenaar gaf er zelfs de brui aan nadat zijn smeekbedes tot dringende herstelwerken zelfs nooit beantwoord werden! Op het college in mei 2015 klonk het dan dat de Molenaar omwille van privé-redenen zijn molensjerp aan de wieken hing (?!?). Maar mijn zintuigen staan op scherp als het op leugens aankomt: “Ik ben misnoegd”, klinkt het uit de mond van de molenaar als ik hem bel. "Een mail met een inventaris van alle mankementen blijft al meer dan twee jaar onbeantwoord. Bij het proefdraaien van de wieken viel er zelfs een brokstuk naar beneden. Té gevaarlijk om de Heimolen voortaan draaiend te houden tijdens publieksevenementen”, klinkt het verder. En hij weigerde prompt nog de dienst voor dit Keerbergs bestuur. Ook tijdens de Molenfeesten van de zomer van 2015. Ik schreef er een jaar geleden een kritisch blogartikel over onder de titel: "Keerbergse Heimolen in verval: Molenaar geeft er de brui aan." (29/05/2015) Waarna Het Laatste Nieuws me belde voor meer uitleg en dit verhaal oppikte. Het artikel dat erop volgde kan u hier nalezen: "Molenaar geeft er de brui aan nadat deel wieken naar beneden valt" (2/06/2015) En ook het Agentschap Onroerend Erfgoed las mee! Gevolg: een dringende inspectie van de Molen. De hete adem van het Agenschap dwingt dit bestuur nu op de knieën. Torenhoge boetes zijn hun deel wanneer ze restauratie-onwillig zouden blijven. Zo zie je maar: hoe een verhaal van onwil, plots gaat klinken in de pers als een verwezenlijking. Je moet het maar doen, hé. Soit, het doel is bereikt: de restauratie is op til en dat is wat telt, toch? Of misschien moet dit bestuur ook maar gewoon eens leren om constructieve voorstellen van derden te aanvaarden? 


Je kan er nog volgende blog over nalezen: UPDATE HEIMOLEN KEERBERGEN: Agentschap Onroerend Erfgoed wil inspectie. Mijn open brief aan burgemeester en schepenen. Een Open Brief die ik schreef in juni 2015 na een vergadering met het bestuur van het Keerbergse Heemmuseum De Botermolen. Ook op die vergadering stelde ik me vragen over het uitblijven van de restauratieplannen. U weet wel, beste burgervader, die bewuste vergadering waarop u mij compleet in mijn hemd zette in het bijzijn van de bestuursleden van De Botermolen: "We zitten hier niet in de gemeenteraad!', "gaat ge hier nu ook nog wat amok komen maken?", "gij hebt de ex-molenaar opgestookt om zijn verhaal aan te passen" en zo meer, enzovoort. Andere bestuursleden van de Botermolen vroegen me zelfs na de vergadering: "Is dat elke week zo op de colleges?" Tot mijn erg grote spijt diende ik daar bevestigend op te antwoorden.

Ook erna ben ik op colleges en gemeenteraden blijven ijveren voor de dringende restauratie. Pas in het najaar van 2015 werd er dan plots in de tweede aanpassing van de meerjarenplanning daartoe geld voorzien. U weet ondertussen wel: de hete adem van het Agentschap Onroerend Erfgoed voelend in de halsstreek. 
EINDE

donderdag 2 juli 2015

KEERBERGENAAR IN DE KIJKER: GUST VERSWYVEL (77), gediplomeerd anti-zwartkijker!

Elke maand zet de Keerbergse redactie van Kerk & Leven een Keerbergenaar in de kijker. In april jl., was het de beurt aan de immer goedlachse Gust Verswyvel. Al 17 jaar lang bezieler van de Keerbergse VZW Het Mayakind van Nu. Voor één keer kan u het volledige interview hieronder nalezen. Wil u meer interviews lezen? Dan neemt u best een abonnement op Kerk&Leven, editie Keerbergen. 


 


Het beste antigif voor druiligere lentedag? Een interview met Gust Verswyvel (77), zonder meer! Eersteklas lachebek, debet aan een leven als anti-zwartkijker. Gepensiopassioneerd lesgever, poëet en straathoekfilosoof ook. Een levenswandel met tevens het betere bochtenwerk erin vervlecht. Zelf praat hij als full time roze-bril-drager honderduit over zijn ‘geluksmomenten’ in het leven. Zo’n lichtpuntje is zonder twijfel de ontmoeting met de liefde van zijn leven: Ghislaine. En na 46 jaar is het nog altijd dik aan tussen die twee. Eerder trad hij uit zijn comfortzone als ‘Eerwaarde’ door zijn kazuifel definitief aan de haak te hangen. Het Katholiek Instituut bezorgt hem immers niet de noodzakelijke armslag. Na zijn pensioen dan maar de pauzeknop indrukken? Geen denken aan! Hij trekt naar Guatemala waar hij zijn levenswerk op poten zet: HET MAYAKIND VAN NU, een scholenproject aldaar. Fier? Dat is niet het woord! Wel ‘blijdschap’. Blij dat hij samen met zijn echtgenote al 17 jaar lang, dankzij een systeem van peetouderschap, kinderen via onderwijs en gezondheidszorg de kans biedt op een betere toekomst. Maakt dat van ‘De Gust’ een man met een missie? Check!

Ik zie voor me een gelukkig man met een zalige lach. Best aanstekelijk, hoor! Graag verneem ik jouw bijzonder recept daarvoor?
Gelukkig staan in het leven is wellicht mijn keurmerk, jawel! Lachen is daarbij essentieel voor mij. Soms zie ik mensen wel eens denken: ‘die trekt alles in het belachelijke’, maar er is een wezenlijk onderscheid tussen lachen en ‘belachelijk maken’. Desalniettemin heb ook ik periodes ervaren van drukmakerij, hoor. Momenten waarop ik geen vat leek te hebben op het leven. Alsof het leek dat men mij dicteerde. Mijn leven is dan ook via de nodige bochtjes verlopen. Maar vandaag, als 77-jarige, kan ik zonder meer de conclusie trekken dat ik als een doorwinterd familieman geluk heb in het leven: twee kinderen, vier kleinkinderen en een echtgenote waar het al 46 jaar dik mee aan is (lacht).

Gelukkig zijn heet jouw credo. Is dat geluksgevoel jou met de paplepel meegegeven?
Oh, neen! Ik was de middelste van vijf kinderen. We woonden in Westerlo en leefden van de aalmoezen. Je in de haren krabben van de luizen en werkelijk niets hebben om er iéts aan te doen. Neen, ik heb er een minderwaardigheidscomplex aan overgehouden. Het waren dan ook de moeilijke oorlogsjaren, met ouders op de vlucht. Vader stierf dan ook nog eens erg jong. Daardoor moest ik als negenjarige al heel wat verantwoordelijkheid opnemen. Te jong! Ik heb in het leven best hard moeten ‘ellebogen’ om er te geraken.

Je was piepjong tijdens de oorlogsjaren. En toch hoor ik jou erover spreken alsof je er nog levendige herinnering aan over houdt. Hoezo?
Inderdaad! Wat me als erg jonge gast bijzonder op het netvlies gebrand staat, zijn de daden van repressie na ’45. Dat heeft me gechoqueerd voor het leven: mensen die ik kende zo onheus behandeld zien worden, door anderen die ik dan ook weer kende. Die kronkel? Daar kan ik niet aan. Het vloekt met mijn strikt rechtvaardigheidsgevoel dat in mijn DNA ingebakken zit. Omwille daarvan kan ik niet zomaar alles aanvaarden wat ik zie rondom mij. Door de jaren heb ik wel geleerd om onrechtvaardige zaken te klasseren en in het vakje ‘waardeloos’ te stoppen. Dat geldt ook voor mensen, jawel. Daarin ben ik een echte rebel. Het geeft me ook rust dat te kunnen en dat is een fameuze luxe. Je moet nu eenmaal aanvaarden dat mensen vaak een façade optrekken en waarbij het ware gelaat niet barmhartig, noch warmhartig is.

Je spreekt over ‘geluksmomenten’ en ‘een leven in bochtjes’. Beide lijken me eerder contradictorisch te zijn dan wel met elkaar te rijmen, niet?
Er zijn een aantal grote geluksmomenten in mijn leven. Eén ervan is maar kunnen gebeuren door een bocht van 180° in het leven te nemen: de ontmoeting met de vrouw van mijn leven. Ik was immers voorbestemd voor een leven als geestelijke. Zoals zovele van mijn generatiegenoten was ik het product van een katholieke opvoeding, lid van de katholieke jeugdbeweging, … en voor je het zelf goed en wel beseft, zit je als 18-jarige op het seminarie (lacht). Twee jaar filosofie en vier jaar theologie later, behoor je dan tot ‘de elite’: uitverkoren om een ambt in de kerk te bekleden. In ’64 werd ik gewijd tot priester en begon ik les te geven in het college van Herentals. Maar ik kon het niet af.

Beklijfde het christelijk geloof jou niet langer meer, dan?
Mijn motivatie om uiteindelijk te breken met mijn kerkperiode heeft niets met geloofsargumenten te maken. Kunnen starten aan het seminarie ervaar ik tot op de dag van vandaag tevens als één van mijn geluksmomenten in het leven. En hoewel ik me vandaag dan wel meer beschouw als een vrijdenker, blijf ik overtuigd van de waarde van het Evangelie. Zo ben ik een fervent Bergredefanaat. Als er iets is dat nooit zijn waarde zal verliezen, is het wel dat: ‘Ik was hongerig en gij hebt mij te eten gegeven’, om maar een passage hieruit te sommeren. Dat is zo geweldig menswaardig, zo logisch!

Hoe valt de breuk dan wel te verklaren?
Hoewel ik doodgraag les geef, voelde ik mij als ‘de prof in het college’ ver weg van de andere leken van de school. Ver weg van de wereld. We werden als pastoor afgezonderd, je was lid van een speciaal ‘clubke’. Zo had ik op mijn kamerdeur eenvoudigweg mijn naam gehangen. Geen dag heeft het geduurd of men veranderde dat in ‘Eerwaarde Heer Verswyvel’. Niet alleen dit voorval, maar heel de sfeer errond: het voelde aan alsof ik zoveel eerbied niet waard was. Dat ik daar niet kon aan tippen. Hoewel ik graag preekte als priester en doodgraag les gaf, stapte ik eruit na 4,5 jaar.

En na jouw uittreden verwacht je dan uiteraard wel de vleugelslag waarnaar je naarstig op zoek was?
Hetgeen volgde was bitterzoet. De eerste jaren waren hard, een complete ontnuchtering. Plots tuimel je van een ‘Eerwaarde’-statuut in dat van een ‘verstoteling’. Letterlijk! De eerste jaren kwam ik rond door als arbeider in een fabriek te werken. Ik heb gevloekt, jawel. “Ik ben toch stom geweest!” Heb ik vaak gedacht, toen. Mijn eten stond klaar, mijn schoenen gepoetst, bedje gemaakt, … en nu? Niets meer!

De pretlichtjes in jouw ogen verraden dat deze passage jou niet gebroken heeft, toch?
Stukje bij beetje krabbel je recht. Ik kreeg de kans om bij een Brusselse bank te werken waar ik ook een studietraject kon volgen. Daar heb ik kansen gekregen. Maar dat geld begon me te verstikken: altijd maar mikken op die procentuele groei. Nadien ben ik terug naar mijn roeping gekeerd: het lesgeven. Protestantse godsdienst. Ik ben gepassioneerd door de dynamiek van het lesgeven. Hou enorm van de respons die je krijgt.

Waar geloof je vandaag de dag in?
Mijn geloof is mijn leven. Daarmee bedoel ik dat ik in mijn leven andere mensen nodig heb. Als priester voelde ik me eenzaam en afgezonderd. Terwijl ik helemaal geen eenzaat ben. Ik omring me graag met mensen die op dezelfde maat leven als mezelf. Die het leven van de plezante kant nemen. Ik benader het wat filosofisch: iets wat mooi is, staat voor geloof. Dat zijn de spelende kinderen of een oud koppel dat ergens rustig samen zit wezen te kijken. Ik ben een gevoelsmens en gewoontemens. Zit altijd in mijn zelfde hoekje om een boek te lezen. Hou van stilte. Met z’n 10.000 staan joelen bij de voetbal dat vind ik best akelig. Ik geloof vandaag in mezelf en in de toekomst: dat alles fundamenteel wel goed komt. Maar dan spreek ik uiteraard vanuit mijn eigen geluk en de vele geluksmomenten die ik heb mogen ervaren. Als ik verhalen hoor van mensen die minder geluk hebben, dan dreig ik stil te vallen.

Jouw geluk tegen het licht houdend en het ongeluk van sommige anderen: heeft dat jou gemotiveerd om het scholenproject ‘Het Mayakind van Nu’ in Guatemala uit de grond te stampen?
Al sinds ’64 sponsoren we kinderen in Guatemala via andere organisaties. In 1998, na mijn pensioen, gingen we er op bezoek bij ons petekind. Ze had net haar diploma van binnenhuisarchitecte op zak. Eerder toevallig en letterlijk door een gat in de muur hoorden we in Comalapa het gejoel van kinderen. Toen we gingen kijken, bleek het om kinderen in een krakkemikkig schooltje te gaan. Zo armoedig zaten ze daar dat het niet meer menselijk was! Ze bleken niet de middelen te hebben om het schooljaar erop nog door te starten en zochten dringend naar sponsors. Ghislaine, mijn echtgenote, heeft me toen gezegd: ‘Gij kunt dat!’ Op die manier heeft ze me zachtjes naar ons levenswerk geleid.

Genieten van een rustige, oude dag blijkt niet bepaald jouw meug. Wanneer dit interview verschijnt, verblijven jullie trouwens opnieuw in Guatemala. Op werkbezoek. Wat jullie daar verwezenlijkt hebben, moet van jullie bijzonder fiere mensen maken, toch?
Het is 17 jaar geleden begonnen als een zoektocht naar 12 broodnodige sponsors, om deze kansarme kinderen studiekansen te bieden. Mijn echtgenote en ik zijn er, als idioten gedreven, peetouders (i.e. sponsors die mee instaan voor het studiegeld van de leerlingen, n.v.d.r.) blijven zoeken om ook meerdere kinderen studiekansen te bieden. Nadien zijn we beginnen bouwen. Letterlijk, jawel. Van enkele barakken is het nu een schoolgebouw om ‘u’ tegen te zeggen. Dankzij de niet aflatende steun van velen, uiteraard. Dat moet ook wel om er de nu bijna 620 leerlingen op te vangen. Vandaag is onze peetoudergemeenschap zo’n 420 zielen rijk. En het zoeken naar nieuwe peetouders blijft een constante, want helaas blijft de nood er groot. Maar fier? Neen, dat is niet het juiste woord. ‘Blijdschap’ is het paswoord! Blij dat we al die kinderen kansen kunnen bieden en dat we al die leerkrachten een job kunnen geven.

Zeventien jaren van over en weer reizen naar Guatemala. Nooit overwogen om te emigreren?
Ik zou er kunnen leven, ja. Ik hou van de mensen daar. Maar nu is het te laat. Hoewel ik me nog kwiek voel hoor, maar daar hadden we dan eerder werk van moeten maken. Toen ik nog priester was, zijn er plannen geweest om uit te wijken naar Zuid-Amerika. Via een compleet andere traject ben ik dan toch maar in dit continent terecht gekomen. Best vreemd. Blijkbaar was dit als een kooltje vuur dat je meeneemt in het leven en dat na zoveel jaren opnieuw aanwakkert.

Alweer een groot geluksmoment, ons Mayakind-Van-Nu-project. Het voelt aan als een beloning. Het tegengewicht voor alles waar ik in het leven niet in geslaagd ben. Het gevoel van ‘eindelijk heb ik iets goed gedaan’. Het is mijn reiniging. Het maakt van mijn pensionering een bijzonder zinvolle periode. 

TEKST: TINA SOMERS
FOTO'S: MARC TUERLINCKX

MEER WETEN OVER HET MAYAKIND VAN NU?

Contacteer dan voorzitter Gust VerswyvelKastanjeweg 33, 3140 Keerbergen015/23 49 35gust@mayakind.be

www.mayakind.be

maandag 22 juni 2015

UPDATE HEIMOLEN KEERBERGEN: Agentschap Onroerend Erfgoed wil inspectie.

Mijn open brief aan burgemeester en schepenen:


Beste Burgemeester,  Beste schepenen, 
Beste gemeentesecretaris,

Vorige week woensdag (17/06) stond de vergadering met het bestuur van de Keerbergse Koninklijke Heemkring De Botermolen op de agenda. Behalve schepen Inge Anno die afwezig bleef en Frank Van Nuffelen die na het eerste agendapunt alweer vertrok, tekenden alle schepenen present. Mezelf incluis. 

Groot was mijn verbazing dat de Heimolen niet op de agenda stond die avond. Toch een fraai en bijzonder uniek stuk erfgoed van onze gemeente. Waarbij de recente berichtgeving in de pers toch de nodige bezorgdheid moet opgerakeld hebben bij alle partijen. 

Nadat de andere varia-punten de revue passeerde, sprak ik mijn bezorgdheid uit omtrent onze Heimolen. Wat bleek: uzelf, Mijnheer Vansevenant, reageerde allerminst 'amused'. 
U zette mij - in het bijzijn van het Botermolen-bestuur en haar voorzitter-  zelfs ronduit in mijn hemd. De volgende uitspraken werden mijn deel: "We zitten hier niet in de gemeenteraad!', "gaat ge hier nu ook nog wat amok komen maken?", "gij hebt de ex-molenaar opgestookt om zijn verhaal aan te passen" en zo meer, enzovoort. Andere bestuursleden van de Botermolen vroegen me zelfs na de vergadering: "Is dat elke week zo op de colleges?" Tot mijn erg grote spijt diende ik daar bevestigend op te antwoorden. Ik heb immers een grondige afkeur voor leugens en bedrog. 
Er kwam derhalve weinig constructief verhaal van uw kant op mijn interventie of moet ik zeggen: poging tot interventie. 
Ik drukte mijn bezorgdheid andermaal uit, zonder resultaat. En ik verbaas me er nog steeds over, trouwens, dat u elk inhoudelijk debat over de Heimolen meteen pareerde. Neen, over onze Heimolen was elk woord op deze vergadering blijkbaar een woord teveel. 

Welnu, ik neem hier geen genoegen mee. 


Vandaar: ik heb daarnet met het Agentschap Onroerend Erfgoed gebeld om aandacht te vragen voor de lamentabele onderhoudsstatus van onze Molen. Wat bleek? Ze waren al op de hoogte!! Ook hen waren de persartikelen over de Keerbergse Heimolen immers niet ontgaan. Artikels die verschenen nadat ik eerder in mijn blog de ware reden onthulde voor het ontslag van de huidige Molenaar (i.e. nul op het rekest wat zijn onderhoudsvragen betreft - al meer dan twee jaar lang - en de veiligheidsproblemen die hieruit voortvloeien). Ik ben best wel tevreden dat men op het Agentschap Onroerend Erfgoed hier WEL de noodzakelijke aandacht en belang aan hecht. 

De dame in kwestie wist me zelfs te vertellen dat ze eerder belde met de gemeente naar aanleiding van de persartikels, met de dringende vraag de Heimolen te kunnen bezoeken voor INSPECTIE. Reactie? Ze zouden haar nog wel laten weten wanneer. Maar ondertussen bleef het ... stil! Ze dacht zelfs even dat ik zelf nu belde om de afspraak vast te prikken. Helaas, ik heb haar moeten ontgoochelen. Maar ik ben wel zo vrij geweest om haar uw gsm-nummer door te geven, geachte burgemeester. U bent immers bevoegd voor patrimonium, dus leek ze me bij jou wel op de juiste plek te zitten. 

Mag ik bij deze dan ook de dringende en dwingende vraag uitspreken, als bezorgde schepen, om de afspraak zo snel mogelijk te laten plaatsvinden? Zonder dralen. De veiligheidsproblemen maken het immers onmogelijk om de Heimolen tijdens de Molenfeesten te openen/in werking te laten treden in het bijzijn van publiek. Zoveel mag alvast blijken uit de getuigenis van de ex-Molenaar die weigerde de Molen nog te laten draaien vanuit die bezorgdheid. Een grondige inspectie vanwege het Agentschap kan hier alvast meer duidelijkheid over verschaffen. En dat is toch een win-win voor iedereen. 

De dame van het Agentschap Onroerend Erfgoed suggereerde mij alvast de afspraak nu vrijdag 26/06 te laten doorgaan. Misschien kan u, dit nu wetende, al een plaatsje hiertoe reserveren in uw agenda? 

Mag ik u ook meedelen dat u als bestuur de verantwoordelijkheid draagt voor de goede zorg voor ons beschermd patrimonium? Dat is zelfs met zoveel en meer woorden in een decreet neergeschreven. U bent gehouden aan een passief en actief behoudsbeginsel. Mag ik u dan ook vragen die verantwoordelijkheid ter zake met zorgzame hand op te nemen? 


Met dank en vriendelijke groeten, 

Een bezorgde inwoner en schepen van Keerbergen. 
Tina Somers
Schepen Keerbergen
Dennendreef 1
3140 Keerbergen
0496/ 23 95 87

vrijdag 5 juni 2015

Solliciteren bij de gemeente Keerbergen? Een vluggertje!

Op het college van donderdag 4 juni jl. bespreken we de aanstelling van drie nieuwe gemeentelijke krachten voor onze gemeente. Of liever staan ze op de agenda, maar worden ze niet besproken. Gezien de colleges zelf wekelijks een vluggertje zijn. Afgehaspeld op 10 à 15 minuten.

Soit, terug naar Jobpunt Vlaanderen (JV) en de vacante gemeentelijke functies. JV zal voortaan de organisatie en aanwervingen op haar conto schrijven. De gemeente besteedde dit immers eerder bij gemeenteraadsbeslissing aan hen uit.

Misschien toch maar eerst eens vertellen over welke vacante functies het gaat: diensthoofd ondersteuning, diensthoofd vrije tijd en coördinator personeel. De uitgebreide functiebeschrijvingen, daarvoor kan je vanaf 6 juni terecht op www.jobpunt.be. De afbeelding hieronder geeft je al enig idee over de inhoud en verwachtingen. Mijn schepenservice aan jou dus! 

Tijd om te solliciteren: te kort! Examens: pal in de vakantie!
Maar u zal zich moeten reppen, indien u een plaatsje in ons ‘witte huis’ wenst te bekleden. Immers, de reageerperiode is kort. Ontiegelijk kort. Te kort. Vanaf maandag 8 juni, kan je per kerende jouw sollicitatie versturen. En op 22 juni loopt de kandidataatstellingsperiode alweer af. Tussen 22 juni en 3 juli kan je dan beginnen te studeren ter voorbereiding. Gesteld dat je al onmiddellijk de 22e te horen krijgt dat jouw kandidatuur werd weerhouden, blijft de voorhanden studietijd wel extreem kort. Want op 3 juli staan de schriftelijke proeven al op de agenda. Jawel, pal in de vakantie. Begrijpen wie begrijpen kan. Wel de beste strategie om zo min mogelijk kandidaten warm te krijgen voor de vacante functies, me dunkt. 

Ik stelde er op het college dan ook enkele vragen over en uitte mijn bezorgdheid over de korte intekentijd, voorbereidingstijd én de kosten die daar tegenover staan. 3.000 euro voor de publicatie (17 dagen) van de vacatures en 9.000 euro per functie die jobpunt Vlaanderen onze gemeente aanrekent voor de afhandeling van de sollicitaties. Voor dat kostenplaatje zorg je toch maar beter voor de meest ideale solliciatie- en examenomstandigheden, want die trekken ook de meest ideale kandidaten aan, niet? En het is hén die je nu net als werknemer/college wil hebben, niet? Reactie op het college? “Het zijn specialisten die dit afhandelen, ze zullen wel weten waar ze mee bezig zijn, zeker!”. Durf ik lichtjes te twijfelen? Toch wel! Een van de opties blijft natuurlijk overeind: Jobpunt Vlaanderen heeft haar orders als dusdanig gedicteerd gekregen vanwege dit bestuur. 

Omdat je toch wel wat geslagen en gebeiteld dient te zijn ‘inzake de wetgeving en regelgeving omtrent deze functies en de organisatie’, lees ik, vind ik het ‘not done’ om zo’n korte periode te hanteren voor de afhandeling van de kandidatuurstellingen. Het is al helemaal bij de haren getrokken dan men de studietijd van de weerhouden kandidaten op deze manier op 0 zet. Het gaat hier toch over het vacant stellen van belangrijke sleutelposities binnen het ambtenarenkorps van onze gemeente? Nu heeft het meer weg van een vluggertje. 

En wat met mijn suggestie om de timing te herzien? Het hoeft geen betoog (meer) – vermoed ik – dat men allerminst rekening heeft gehouden met mijn bezorgdheden ter zake.

Voor diegenen die toch hun kans wagen: veel succes!!!






vrijdag 29 mei 2015

Keerbergse Heimolen in verval: Molenaar geeft er de brui aan.


“Om persoonlijke redenen”, klinkt het in hoofde van de burgemeester op het college. Helaas maar weer een halve waarheid en dus tegelijk ook een halve leugen. “Ik ben misnoegd”, klinkt het veeleer uit de mond van de molenaar als ik hem contacteer. Want al jaren trekt hij aan de alarmbel voor het herstel van dit stukje uniek Keerbergs patrimonium. Een mail met een inventaris van alle mankementen blijft al meer dan twee jaar onbeantwoord. Bij het proefdraaien van de wieken viel er zelfs een brokstuk naar beneden. “Té gevaarlijk om de Heimolen voortaan draaiend te houden tijdens publieksevenementen”, concludeerde de Molenaar. Dus ruist de wind doorheen de draaiende wieken niet langer. Een unicum. Helaas geen dat ik op groot hoera-geroep onthaal. Of de Heimolen überhaupt nog open zal zijn voor het publiek tijdens de Molenfeesten? Twijfelachtig! Want de Molenaar geeft er na jaren dienst de brui aan. Een beetje gek, niet, de Keerbergse Molenfeesten zonder de Molen in de hoofdrol? Mijn oproep aan dit bestuur? Red de Heimolen van verval. Vandaag liever dan morgen.


Houtrot: de Heimolen kent er helaas alles van. Nochtans als ik op het college om meer uitleg vraag, spreekt de burgervader eufemistisch over ‘onderhoudswerkskes’ en ‘wat periodiek onderhoud’.  Hetgeen op ongeloof onthaald wordt bij de Molenaar als ik hem dit voorleg. 
Ook de persoonlijke redenen voor zijn ontslag zijn maar gedeeltelijk waar. De ontgoocheling om als vakman deze oudste molen (1722) teloor te zien gaan spelen evenzeer een hoofdrol. “Ik had minstens verwacht dat ze een afspraak zouden maken na mijn alarmerende mail meer dan twee jaar geleden. Maar niets!”, zucht hij.

In 2003 onderging de Molen een grondig onderhoud. Ook het platform bovenaan de trap verkreeg vorig jaar nieuwe planken omdat de bezoekers er dreigden door te zakken. De Molenaar weigerde vorig jaar al de Molen voor het publiek te openen tijdens de Molenfeesten, editie 2014, indien er geen herstel zou volgen. Zo geschiedde. Maar daar stopt het onderhoudsverhaal dan ook.

Ook vandalisme is een oud zeer. De Molenaar pleit dan ook al jaren voor een rustieke en authentieke omheining die de Molen als publiek speeltuig ontoegankelijk moet maken. Niet veilig ook, dat zomaar iedereen de – toch wel - steile trappen kan betreden zonder toezicht.  

Technisch is de Molen oké, maar lijdt hij een gebrek aan windvang. De wieken zouden breder moeten. De houten wiggen waarmee de wieken vasthangen zijn dan weer in lamentabele staat. Wiggen, windplanken, windbalken waar de stukken afbrokkelen, een trap vol mos met slipgevaar voor de bezoekers bij vochtig weer, verrotte balken van trapleuningen. De staartbalk waar de hoofdtrap op rust en die door plankjes worden afgeschermd: allemaal rot! De buitenste planken die de molen stutten: evenzeer rot! Soit, de lijst is schier oneindig en kan voor een leek alleen maar tot een Babylonische spraakverwarring leiden. Vandaar ook het pleidooi van de Molenaar: zorg voor professioneel toezicht van een molenaar tijdens restauratiewerken en roep de hulp in van een gespecialiseerde firma, want anders geschieden er cruciale fouten bij de restauratie. En wie ben ik om hem daarin tegen te spreken?

Kortom, wat oppervlakkig schilderen op rot hout zal niets verhelpen. Neen, wat opkalfateren is louter een pleister op de wonde.

Hij pleit ook voor een jaarlijks onderhoudsbudget. Zo kan elk jaar een probleem aangepakt worden zonder dat dit zwaar op het budget hoeft door te wegen. De gemeente kan voor dergelijke onderhoudswerken trouwens subsidies inroepen. Waar wachten ze nog op?!? Te grote restauratiewerken – die zich trouwens zullen opdringen als de Heimolen nog jaren verder in verval raakt -  bezorgen je trouwens slechts een replica van het origineel, vertelt de Molenaar me. Weg dat authentieke karakter, dat de Heimolen tot dusver nog bezit. Neen, wederom durf ik de specialist ter zake, de Molenaar dus, niet tegen te spreken.

Beleidsnota
“Bewaren we het Keerbergs erfgoed, we dienen een dossier in voor het groot onderhoud van de Heimolen”, zo klinkt het mooi in de beleidsnota 2013-2018. Oké, we zijn nog niet aan het einde van de rit, dat is waar. Maar één zaak is duidelijk: nergens, maar dan ook nergens in de financiële meerjarenplanning – die toch tot 2018 uitgeschreven staat - is er enig spoor terug te vinden van een budget dat opzij staat om dit bijzonder fraai stuk Keerbergs erfgoed te bewaren. Ik beloofde de Molenaar op mijn beurt om zijn alarmkreet aan de grote klok te hangen. Mijn oproep aan dit bestuur is dan ook geheel in lijn met zijn pleidooi: red dit uniek stukje Keerbergs patrimonium! Liever nu, dan wel morgen. 


Dit soort van beelden zullen we alvast niet meer kunnen maken tijdens de Molenfeesten, editie 2015.




maandag 18 mei 2015

Gouverneur fluit Keerbergs gemeenteraadsvoorzitter Wouter Boncquet (CD&V) terug na klachten.



Derde maandag van de maand is het traditiegetrouw gemeenteraad in Keerbergen. Vooral het toegevoegd punt trekt nu de aandacht. Daarin stelt de oppositie de dr(w)ingende vraag aan de voorzitter van de Keerbergse gemeenteraad om het democratisch debat opnieuw toe te laten rond ALLE agendapunten. Tussenkomsten van derden - waaronder mezelf - waren sinds januari niet meer mogelijk omtrent de toegevoegde agendapunten (i.e. de oppositie mag naast de 'vaste' agenda ook altijd extra vragen toevoegen). Verbaal gemotiveerd verzet tegen deze anti-democratische maatregel mocht echter niet baten. Neen, de gemeenteraadsvoorzitter was niet geneigd om democratische toegevingen te gunnen. "Uit respect voor de vraagsteller", motiveerde hij. Gemeenteraadslid Willy Geens (sp.a) en mezelf dienden dan maar een klacht in tegen deze 'nieuwe' manier van handelen bij het kabinet van de gouverneur. Uitspraak van deze? Gouverneur Lodewijk De Witte fluit gemeenteraadsvoorzitter Wouter Boncquet (CD&V) nu terug over de hele lijn. Leve de democratie!  


De gemeenteraad beschikt over een huishoudelijk reglement om o.a. de goede orde te regelen van de zittingen. Maar van een dergelijk spreekverbod was daarin geen spoor te vinden. De 'nieuwe' maatregel moet dan ook omwille van een andere reden ingevoerd zijn. Veel speurwerk is echter niet nodig om de ware reden te achterhalen. 

Lees maar even mee en let vooral op de gele passage: 






'De houding van schepen Tina Somers'???!!! Waarschijnlijk bedoelt men daarmee dat ik teveel tussen kom naar hun goesting. Te vaak de vinger op de etterende wonde leg. Want de waarheid vertellen in Keerbergen is immers al schrijnend genoeg. En die horen ze maar liever niet verkondigd op een openbare zitting. 

Het is trouwens niet de eerste keer dat men mij de mond tracht te snoeren. Eerder werd in dezelfde sfeer al een collegebeslissing genomen. Lees daarover mijn eerdere blog: spreekverbod moet tweede schepen monddood maken . Daarover moet de gouverneur zich nog uitspreken. 

Mijn conclusie? Men 'vreest' duidelijk mijn 'houding'. Een houding die nochtans doordrongen is met constructieve voorstellen en suggesties (waar men steevast tabula rasa van maakt), de missie om de waarheid te verkondigen en cliëntelisme aan te klagen, een houding die voor alles erop gericht is om goed te doen voor Keerbergen en haar inwoners. En last but not least: leugens bloot te leggen, want ook daar heb je een hele kluif aan in Keerbergen. Het trachten monddood te maken van een democratisch verkozen schepen - en bij uitbreiding ook andere gemeenteraadsleden in mijn kielzog - kan alleen maar getuigen van het democratisch failliet van onze gemeente. Wie niets te verbergen heeft, hoeft niets te vrezen, toch?