vrijdag 29 april 2016

Terug vuurwerk op de Keerbergse Molenfeesten: iedereen in hoerastemming, toch?

Bij de afschaffing in 2014 betreurde ik de beslissing al in een blog (28/06/2014).
Nu komt men er dus op terug. Gevolg? Hoerageroep en handjesgeklap voor de eigen rangen op de N-VA/CD&V-banken en het nodige gestoef van dien op de sociale media. Uiteraard vergeten we daarbij alweder al te graag een aantal feitjes, toch? Ik zet ze voor u toch graag eventjes op een rijtje.


Ik ben altijd voorstander geweest van vuurwerk en heb dat ook altijd bepleit tijdens de colleges.

Waarom? Ten eerste betekent het niet meteen de grootste kost van dit Molenfeestweekend (KP vuurwerk toen=1.331 euro ; nu=voor 10min. hetzelfde bedrag bij T&T Fireworks) tegenover 23.901 (programmatie) + 4.700 (overige kosten) + 17.096 euro andere aanbestedingen).

Ten tweede: aan jezelf ken je de halve wereld. Ik bleef met mijn gezin, kids inclusief en tot hun groot jolijt, tot na het vuurwerk. En zovelen anderen met ons. Dat scheelt meer dan slok op de borrelinkomsten voor de verenigingen. Want, wat blijkt: Het publiek was zonder vuurwerk al om 22u de pist in. Naar de Jan Primusfeesten wellicht, want die sluiten traditiegetrouw wel af met vuurwerk.

Mijn pleidooi, hoe vurig ook, viel keer op keer in dovemansoren, want klonk het telkens gedecideerd: "We gaan geen geld van de Keerbergenaar de lucht inschieten." 
Besluit: Nu is er dus geld te over om dat wél te doen! Iedereen dus nu in hoerastemming, toch?

Omdat spaarzaam beleid ook ten tijden van overvloed 'een must' is me dunkt, maak ik toch graag even volgende besparende noot die ik gisteren ook op het college uitsprak. Uiteraard zonder veel erg:

Had het college de offerte voor klank&geluid, die gisteren op tafel lag, aan de goedkoopste firma gegund (6.715 euro tgo. 7.426 euro), nota bene een Keerbergs ondernemer(!), dan had met het uitgespaarde geld al een groot stuk van het vuurwerk al betaald geweest!

Maar neen, spaarzaam besturen hoeft dus niet langer. En er is meer!

Men haalt zelfs alle middelen uit de kast om deze Keerbergse ondernemer professioneel daartoe met de grond gelijk te maken. Teneinde hem de opdracht tóch maar niet te moeten gunnen. Inderdaad, onze Keerbergse ondernemers zijn voor dit bestuur al eens vaker niet meteen sant in eigen land. 
Lees nu even goed: 
Men laat zijn offerte en meteen óók de professionele prestaties van de man met de grond gelijk maken in een motivatie die geschreven werd door... een ex-werknemer (sinds 4 maand) van de firma die de opdracht en de centen wél krijgt.... En dan durft te schepen nog te beweren dat de offerte door een onafhankelijke deskundige werd beoordeeld!

Van zulke démarges bedient men zich om een Keerbergse ondernemer mét geloofsbrieven in de branche buiten spel te zetten!!! Ongehoord! Onfatsoenlijk ook!

Maar tja, tja maar.... De wegen van de Keerbergse politiek, hé.














dinsdag 19 april 2016

Restauratie Heimolen op til: waarom kan dit bestuur geen constructieve voorstellen van derden aanvaarden?

'Blij' is een eufemisme om mijn gemoedstoestand omtrent dit nieuws te beschrijven! Minder geamuseerd ben ik over het gejongleer met leugens vanwege 'ons' Keerbergs bestuur. "Onder meer(!!) de voormalige Molenaar, Luk Kegeleers, opperde het vorig jaar al: de Heimolen verkeert in erbarmelijke staat", klinkt het in HLN-HLN-artikel: "Heimolen moet weer draaien" (19/04/2016)Neen, niet alleen vorig jaar, maar de voorbije twee jaar, trok hij aan de alarmbel. En hij niet alleen. Ook ik, als schepen, heb meermaals aan de rottende wieken getrokken. Telkens tevergeefs. De Molenaar gaf er zelfs de brui aan nadat zijn smeekbedes tot dringende herstelwerken zelfs nooit beantwoord werden! Op het college in mei 2015 klonk het dan dat de Molenaar omwille van privé-redenen zijn molensjerp aan de wieken hing (?!?). Maar mijn zintuigen staan op scherp als het op leugens aankomt: “Ik ben misnoegd”, klinkt het uit de mond van de molenaar als ik hem bel. "Een mail met een inventaris van alle mankementen blijft al meer dan twee jaar onbeantwoord. Bij het proefdraaien van de wieken viel er zelfs een brokstuk naar beneden. Té gevaarlijk om de Heimolen voortaan draaiend te houden tijdens publieksevenementen”, klinkt het verder. En hij weigerde prompt nog de dienst voor dit Keerbergs bestuur. Ook tijdens de Molenfeesten van de zomer van 2015. Ik schreef er een jaar geleden een kritisch blogartikel over onder de titel: "Keerbergse Heimolen in verval: Molenaar geeft er de brui aan." (29/05/2015) Waarna Het Laatste Nieuws me belde voor meer uitleg en dit verhaal oppikte. Het artikel dat erop volgde kan u hier nalezen: "Molenaar geeft er de brui aan nadat deel wieken naar beneden valt" (2/06/2015) En ook het Agentschap Onroerend Erfgoed las mee! Gevolg: een dringende inspectie van de Molen. De hete adem van het Agenschap dwingt dit bestuur nu op de knieën. Torenhoge boetes zijn hun deel wanneer ze restauratie-onwillig zouden blijven. Zo zie je maar: hoe een verhaal van onwil, plots gaat klinken in de pers als een verwezenlijking. Je moet het maar doen, hé. Soit, het doel is bereikt: de restauratie is op til en dat is wat telt, toch? Of misschien moet dit bestuur ook maar gewoon eens leren om constructieve voorstellen van derden te aanvaarden? 


Je kan er nog volgende blog over nalezen: UPDATE HEIMOLEN KEERBERGEN: Agentschap Onroerend Erfgoed wil inspectie. Mijn open brief aan burgemeester en schepenen. Een Open Brief die ik schreef in juni 2015 na een vergadering met het bestuur van het Keerbergse Heemmuseum De Botermolen. Ook op die vergadering stelde ik me vragen over het uitblijven van de restauratieplannen. U weet wel, beste burgervader, die bewuste vergadering waarop u mij compleet in mijn hemd zette in het bijzijn van de bestuursleden van De Botermolen: "We zitten hier niet in de gemeenteraad!', "gaat ge hier nu ook nog wat amok komen maken?", "gij hebt de ex-molenaar opgestookt om zijn verhaal aan te passen" en zo meer, enzovoort. Andere bestuursleden van de Botermolen vroegen me zelfs na de vergadering: "Is dat elke week zo op de colleges?" Tot mijn erg grote spijt diende ik daar bevestigend op te antwoorden.

Ook erna ben ik op colleges en gemeenteraden blijven ijveren voor de dringende restauratie. Pas in het najaar van 2015 werd er dan plots in de tweede aanpassing van de meerjarenplanning daartoe geld voorzien. U weet ondertussen wel: de hete adem van het Agentschap Onroerend Erfgoed voelend in de halsstreek. 
EINDE