“Om persoonlijke redenen”, klinkt het in
hoofde van de burgemeester op het college. Helaas maar weer een halve waarheid
en dus tegelijk ook een halve leugen. “Ik ben misnoegd”, klinkt het veeleer uit
de mond van de molenaar als ik hem contacteer. Want al jaren trekt hij aan de
alarmbel voor het herstel van dit stukje uniek Keerbergs patrimonium. Een mail
met een inventaris van alle mankementen blijft al meer dan twee jaar
onbeantwoord. Bij het proefdraaien van de wieken viel er zelfs een brokstuk naar beneden. “Té gevaarlijk om de Heimolen voortaan draaiend te houden tijdens
publieksevenementen”, concludeerde de Molenaar. Dus ruist de wind doorheen de
draaiende wieken niet langer. Een unicum. Helaas geen dat ik op groot
hoera-geroep onthaal. Of de Heimolen überhaupt nog open zal zijn voor het publiek tijdens de Molenfeesten? Twijfelachtig! Want de Molenaar geeft er na jaren dienst de brui aan. Een beetje gek, niet, de Keerbergse Molenfeesten zonder de Molen in de hoofdrol? Mijn oproep aan dit bestuur? Red de Heimolen van verval. Vandaag liever dan morgen.
Houtrot: de
Heimolen kent er helaas alles van. Nochtans als ik op het college om meer uitleg
vraag, spreekt de burgervader eufemistisch over ‘onderhoudswerkskes’ en ‘wat
periodiek onderhoud’. Hetgeen op
ongeloof onthaald wordt bij de Molenaar als ik hem dit voorleg.
Ook de
persoonlijke redenen voor zijn ontslag zijn maar gedeeltelijk waar. De
ontgoocheling om als vakman deze oudste molen (1722) teloor te zien gaan spelen
evenzeer een hoofdrol. “Ik had minstens verwacht dat ze een afspraak zouden
maken na mijn alarmerende mail meer dan twee jaar geleden. Maar niets!”, zucht hij.
In 2003
onderging de Molen een grondig onderhoud. Ook het platform bovenaan de trap verkreeg
vorig jaar nieuwe planken omdat de bezoekers er dreigden door te zakken. De
Molenaar weigerde vorig jaar al de Molen voor het publiek te openen tijdens de
Molenfeesten, editie 2014, indien er geen herstel zou volgen. Zo
geschiedde. Maar daar stopt het onderhoudsverhaal dan ook.
Ook
vandalisme is een oud zeer. De Molenaar pleit dan ook al jaren voor een
rustieke en authentieke omheining die de Molen als publiek speeltuig ontoegankelijk
moet maken. Niet veilig ook, dat zomaar iedereen de – toch wel - steile trappen kan betreden zonder toezicht.
Technisch is
de Molen oké, maar lijdt hij een gebrek aan windvang. De wieken zouden breder
moeten. De houten wiggen waarmee de wieken vasthangen zijn dan weer in
lamentabele staat. Wiggen, windplanken, windbalken waar de stukken afbrokkelen,
een trap vol mos met slipgevaar voor de bezoekers bij vochtig weer, verrotte balken
van trapleuningen. De staartbalk waar de hoofdtrap op rust en die door plankjes
worden afgeschermd: allemaal rot! De buitenste planken die de molen stutten:
evenzeer rot! Soit, de lijst is schier oneindig en kan voor een leek alleen maar
tot een Babylonische spraakverwarring leiden. Vandaar ook het pleidooi van de
Molenaar: zorg voor professioneel toezicht van een molenaar tijdens
restauratiewerken en roep de hulp in van een gespecialiseerde firma, want
anders geschieden er cruciale fouten bij de restauratie. En wie ben ik om hem
daarin tegen te spreken?
Kortom, wat
oppervlakkig schilderen op rot hout zal niets verhelpen. Neen, wat opkalfateren
is louter een pleister op de wonde.
Hij pleit
ook voor een jaarlijks onderhoudsbudget. Zo kan elk jaar een probleem aangepakt
worden zonder dat dit zwaar op het budget hoeft door te wegen. De gemeente kan
voor dergelijke onderhoudswerken trouwens subsidies inroepen. Waar wachten ze nog
op?!? Te grote restauratiewerken – die zich trouwens zullen opdringen als de
Heimolen nog jaren verder in verval raakt - bezorgen je trouwens slechts een replica van
het origineel, vertelt de Molenaar me. Weg dat authentieke karakter, dat de
Heimolen tot dusver nog bezit. Neen, wederom durf ik de specialist ter zake, de
Molenaar dus, niet tegen te spreken.
Beleidsnota
“Bewaren we het Keerbergs erfgoed, we dienen een
dossier in voor het groot onderhoud van de Heimolen”, zo klinkt het mooi in de
beleidsnota 2013-2018. Oké, we zijn nog niet aan het einde van de rit, dat is
waar. Maar één zaak is duidelijk: nergens, maar dan ook nergens in de financiële
meerjarenplanning – die toch tot 2018 uitgeschreven staat - is er enig spoor
terug te vinden van een budget dat opzij staat om dit bijzonder fraai
stuk Keerbergs erfgoed te bewaren. Ik beloofde de Molenaar op mijn beurt om
zijn alarmkreet aan de grote klok te hangen. Mijn oproep aan dit bestuur is dan
ook geheel in lijn met zijn pleidooi: red dit uniek stukje Keerbergs
patrimonium! Liever nu, dan wel morgen. Dit soort van beelden zullen we alvast niet meer kunnen maken tijdens de Molenfeesten, editie 2015.